Spelregels (met ingang van 1 augustus 2006)

Om actief aan de badmintonsport deel te kunnen nemen is kennis van de spelregels een eerste vereiste.
Met ingang van het seizoen 2006-2007 zijn de spelregels en telling van het nieuwe NBB-scoresysteem ook binnen SHOT ingevoerd. Dit betekent dat alle wedstrijden bij Badmintonvereniging SHOT Roosendaal in de speelgroepen en toernooien met ingang van 1 augustus 2006 volgens de officiele richtlijnen van de Nederlandse Badmintonbond worden gespeeld.

Een belangrijk verschil met de oude spelregels is dat de wedstrijden die tijdens de wekelijkse speelgroepen worden gespeeld nu maximaal 20 minuten duren. Hierna worden de wedstrijden opnieuw ingedeeld, waardoor men ook daadwerkelijk het grootste deel van de beschikbare tijd wedstrijden speelt in een steeds wisselende samenstelling.

 

De belangrijkste spelregels zijn:

 

Aan het begin van de wedstrijd:  

Voordat een wedstrijd begint, wordt er getost tussen beide partijen. De winnaar kan kiezen:
1. Om te beginnen met serveren.
2. Om niet te beginnen met serveren.
3. Keuze van veldhelft. Kies je de veldhelft, dan begint de tegenpartij met serveren.

 

De puntentelling  

1. Het team dat serveert maakt niet langer alleen punten.
2. De telling gaat normaliter tot 21 punten en maximaal tot 30 punten
3. Een fout heeft tot gevolg dat de tegenpartij er een punt bij krijgt. De service gaat over naar de scorende partij.
4. De service gaat over maar er wordt door de spelers NIET van linker of rechter speelhelft gewisseld. Dus de medespeler krijgt de service NIET.
5. Klik hier voor een uitgewerkt scoreverloop.

 

Verlenging 

1. Indien beide partijen 20 punten hebben bereikt, moet de game worden gewonnen met 2 punten verschil. 

2. Indien de stand 29 voor beide partijen wordt zal de game gewonnen worden door de partij die het eerst 30 punten scoort.

 

Wisselen van speelhelft  

1. De wedstrijd wordt officieel gespeeld om het beste resultaat over maximaal 3 games.
2. De partij die een game wint moet beginnen met serveren bij de volgende game.
3. Er mag opnieuw gekozen worden wie er begint met serveren en bij de tegenpartij wie er ontvangt.
3. Er moet van speelhelft gewisseld worden na afloop van elke game.
4. Bij een eventueel derde game moet, als een der partijen de stand van 11 heeft behaald, gewisseld worden van speelhelft.

 

Enkele belangrijke regels

1. Het spel begint altijd met een service vanuit het rechter serveervak.
2. De shuttle moet worden gespeeld binnen het serveervak van de tegenstander, schuin tegenover het vak van waaruit geserveerd   wordt.
3. De service dient met een onderhandse slag gespeeld te worden, waarbij de serveerder en de ontvanger van de service binnen hun eigen serveervak staan. (dus ook niet op de lijnen)
4. Na elk gemaakt punt dient er vanuit het andere serveervak geserveerd te worden.
5. Het puntentotaal van de partij die serveert bepaalt of er vanaf het linker of rechter veld geserveerd wordt.
6. Bij EVEN of 0 punten is het serveren vanaf RECHTS.
7. Bij ONEVEN punten is het serveren vanaf LINKS.

 

Fouten

Als fouten worden aangemerkt indien:
1. de shuttle, bij de opslag op het moment van slaan, boven het middel (de heup) van de serveerder is.

2. de shuttle tijdens de service in het verkeerde serveervak komt.
3. de shuttle bij de service of tijdens het spel, buiten het speelveld, in door of onder het net wordt geslagen.
4. de shuttle geslagen wordt, voordat deze het net aan de kant van de speler die slaat gepasseerd is.
5. de shuttle twee keer of meer door dezelfde speler of partij achter elkaar wordt geraakt.
6. de shuttle door een speler wordt geraakt, anders dan met het racket.
7. de serveerder of de ontvanger tijdens de service niet in het serveervak staan.
8. een speler het net of de netsteunen met het lichaam of racket raakt tijdens het spel.

 

Het speelveld